Wat verandert er in 2028: het nieuwe pensioenstelsel uitgelegd

In 2028 treedt het vernieuwde Nederlandse pensioenstelsel in werking. Met de invoering van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) stappen alle pensioenfondsen over op nieuwe regels die beter aansluiten bij de arbeidsmarkt van nu. Wat betekent dat precies voor jouw pensioen? In deze blog lees je wat er verandert, wat hetzelfde blijft en waar je zelf op moet letten.

Waarom een nieuw systeem?

De hervorming van het pensioenstelsel is nodig om meerdere redenen. De levensverwachting stijgt en pensioenen moeten daardoor langer worden uitbetaald. Tegelijkertijd verandert de verhouding tussen werkenden en gepensioneerden: er zijn steeds minder werkenden tegenover een groeiende groep gepensioneerden. Ook wisselen mensen tegenwoordig vaker van baan, hebben ze onregelmatiger werk en blijven ze langer actief. Het oude systeem is vooral ingericht op vaste dienstverbanden en past daardoor minder goed bij de huidige arbeidsmarkt. Bovendien is er behoefte aan meer transparantie, voorspelbaarheid en een eerlijkere verdeling van risico’s.

Belangrijke veranderingen

Een van de grootste veranderingen is dat het huidige systeem van uitkeringsregelingen, waarbij de hoogte van het pensioen min of meer vaststond, plaatsmaakt voor premieregelingen. In dit nieuwe systeem is je pensioen afhankelijk van de premie die wordt ingelegd en het rendement dat op beleggingen wordt behaald. Daar hoort ook een persoonlijk pensioenvermogen bij, vaak een ‘eigen pensioenpotje’ genoemd, waarin je precies kunt zien hoeveel er is opgebouwd.

Ook de manier waarop premie wordt betaald verandert. In plaats van een leeftijdsafhankelijke staffel, waarbij oudere werknemers meer premie opbouwden dan jongere, geldt straks een vlakke premie. Iedereen betaalt dan hetzelfde percentage van zijn salaris aan pensioenpremie, ongeacht leeftijd. Voor jongere werknemers kan dit voordeliger zijn, terwijl oudere werknemers juist iets minder premie opbouwen dan voorheen.

Het nabestaandenpensioen wordt eveneens aangepast. Het partnerpensioen vóór de pensioendatum wordt voortaan op risicobasis verzekerd en de hoogte ervan wordt meestal een vast percentage van het salaris. Daarnaast speelt het proces van het ‘invaren’ een belangrijke rol: bestaande pensioenrechten en -uitkeringen worden in de meeste gevallen omgezet naar het nieuwe stelsel, tenzij dit aantoonbaar nadelig uitpakt voor bepaalde groepen.

Een ander belangrijk punt is dat de hoogte van het pensioen meer gaat meebewegen met de economie. Wanneer de beleggingsresultaten gunstig zijn, kan het pensioen sneller meestijgen. In mindere tijden groeit het minder hard of kan het zelfs tijdelijk dalen. Om extreme schommelingen te voorkomen, worden er waarborgen ingebouwd. Tot slot blijft de AOW-leeftijd zich ontwikkelen en vanaf 2028 stijgt die naar 67 jaar en drie maanden.

Wat blijft hetzelfde

Niet alles verandert. Je bouwt nog steeds pensioen op via je werkgever en dit blijft collectief georganiseerd. Het pensioen blijft daarnaast een aanvulling op de AOW. Ook de bescherming voor nabestaanden en bij arbeidsongeschiktheid blijft bestaan, al verandert de manier waarop dit geregeld is. En misschien wel het belangrijkste: pensioen wordt nog steeds levenslang uitgekeerd.

Waar moet je op letten als werknemer

Voor jou persoonlijk kan de overstap naar het nieuwe stelsel gevolgen hebben. Het is verstandig om te checken welke regeling jouw pensioenfonds hanteert en wanneer de overgang precies plaatsvindt, want sommige fondsen stappen eerder over dan 2028. Ook is het goed om inzicht te krijgen in je pensioenpot en te vergelijken hoe je pensioen er in het oude en het nieuwe stelsel uit zou zien. Voor sommige groepen kan de overgang namelijk minder gunstig uitpakken. Werkgevers en fondsen kunnen daarom compensatie bieden, maar dit verschilt per regeling.

Daarnaast is het belangrijk om de communicatie vanuit je pensioenfonds of werkgever goed te volgen. Zij zullen je tijdig informeren via brieven, e-mails of bijeenkomsten. Neem die informatie serieus en stel vragen als iets niet duidelijk is. Omdat je pensioen straks meer afhankelijk wordt van beleggingsresultaten, is het bovendien nuttig om te begrijpen hoe jouw fonds omgaat met rendementen en risico’s en wat dit voor je uitkering kan betekenen.

Conclusie

Het nieuwe pensioenstelsel dat uiterlijk op 1 januari 2028 ingaat, is een grote verandering. Het brengt meer transparantie, meer persoonlijke verantwoordelijkheid en een eerlijkere verdeling van risico’s. Voor de een levert dit voordelen op, terwijl de ander misschien wat zekerheid verliest. Belangrijk is dat je jezelf tijdig informeert, je eigen situatie onder de loep neemt en goed op de hoogte blijft van de keuzes van je pensioenfonds. Je pensioen is immers iets waar je later van moet leven, dus het is de moeite waard om nu te begrijpen wat er gaat veranderen.

Wil je in contact komen met één van onze adviseurs? Plan gerust een afspraak, we denken graag met je mee!